Heb jij een sportfanaat in huis? Of een kind dat groot fan is van Disney-films? Een oma die dol is op tulpen? Alles is tot leven te wekken met de C2C-techniek - hiermee maak je toffe logo’s, afbeeldingen, teksten of wat dan ook. Ontwerp een persoonlijke C2C-afbeelding! ✨
De mogelijkheden voor C2C-ontwerpen zijn bijna eindeloos 👆
En het enige wat je nodig hebt is garen, een haaknaald, en… je creatieve geest. Nu zijn er natuurlijk wel wat stappen die voorafgaan aan het eigenlijke haken:
- Begrijp de techniek
- Ontwerp je afbeelding
- Bereken het garenverbruik
In deze blogpost leggen we je al deze stappen uit ❤
Begrijp de techniek. Wat is C2C?
C2C staat voor "corner to corner", of "van hoek tot hoek". De techniek heet zo, omdat je kleine vierkantjes haakt die diagonaal liggen ten opzichte van elkaar. Je begint te haken in de ene hoek, haakt diagonaal, en eindigt in de andere. Ondertussen wissel je van kleur om patronen, letters of afbeeldingen te creëren.
Het resultaat is een groot vierkant, gemaakt van een hele hoop kleine vierkantjes. Een beetje zoals ruitjespapier, of pixels op je televisiescherm. Jij maakt de vierkantjes alleen van garen, en veel vierkantjes samen maken een deken, kussenhoes, placemats, of wat dan ook.
Hier vind je een video-tutorial die je laat zien hoe je C2C haakt.
Geef jij de voorkeur aan een geschreven uitleg, dan hebben we ook een aantal mooie patronen met fotostappenplan, die je goed op weg kunnen helpen. Onderstaande vaatdoekjes zijn bijvoorbeeld gemaakt met de C2C-techniek.
Je downloadt het patroon helemaal gratis 👉 hier 👈
Voordat je aan de slag gaat met het ontwerpen van je eigen afbeeldingen is het ook belangrijk dat je weet hoe je van kleur wisselt. Het is namelijk de volgorde van vierkantjes en het wisselen van kleuren dat de afbeelding creëert.
Als je al geoefend bent in deze techniek, kan je deze uitleg prima overslaan. Ben je nieuw in het haken van C2C, oefen het wisselen van kleuren dan even vooraleer je aan de slag gaat.
Je vind een geschreven uitleg over het wisselen van kleur hieronder 👇
Kleurwisselingen maak je door de eerste losse van een nieuw vierkantje te haken met een andere kleur. In plaats van direct een losse te haken, steek je eerst de naald in het vierkantje eronder, en haal je de nieuwe kleur op. Daarna haak je je losse in de nieuwe kleur, en haak je in die kleur verder.
De kleur die je achterlaat, zit nu “vast” en de losse draad wacht totdat je de rij af hebt gehaakt, je je werk draait, en je begint aan de nieuwe rij. Je komt vervolgens automatisch terecht bij je oude kleur, en de draad pak je zo weer op, als je deze kleur weer moet gebruiken. Op deze manier voorkom je ook dat je de nodige eindjes moet wegwerken. Let er wel op dat je zo met meerdere bollen garen tegelijkertijd werkt.
Als je eenmaal weet hoe de techniek werkt, dan ben je er klaar voor om je eigen afbeelding te ontwerpen! 🤩
Ontwerp je eigen afbeelding
Hier kan je je creativiteit de vrije loop laten, want je kunt namelijk je hele eigen motief ontwerpen! Om dit te kunnen doen heb je ruitjespapier en kleurtjes nodig, waarmee je het diagram uittekent dat je straks gaat haken.
TIP: Ben je geen fan van het kleuren op papier kan je natuurlijk ook digitale programma’s gebruiken. Er zijn verschillende digitale pixel-tekenprogramma’s te vinden op zowel de computer, de iPad als op de meeste iPhones en Android-telefoons.
Voordat je begint te tekenen, moet je wat keuzes maken over het ontwerp:
Hoe groot moet het resultaat worden?
Het is belangrijk rekening te houden met de maat, zodat je kussenhoes niet ineens veel te groot wordt voor het binnenkussen, of dat je straks met een veel te klein dekentje op de bank zit die niet tegelijkertijd je schouders én je koude tenen kan verwarmen.
Daarom raden we je aan om een proeflapje te haken om te zien hoe groot elk vierkantje wordt.
Het proeflapje haak je als volgt:
Pak een bol garen dat je wil gebruiken voor je project - of gebruik een garen met precies dezelfde dikte.
Met het garen haak je een proeflapje dat 5 vierkantjes hoog en 5 vierkantjes breed is (25 vierkantjes in totaal). Wanneer het lapje klaar is, meet je hoe lang en hoe breed het proeflapje is, en deel je dat getal door 5:
- Lengte van het proeflapje / aantal vierkantjes (5) = lengte van 1 vierkantje
- Breedte van het proeflapje / aantal vierkantjes (5) = breedte van 1 vierkantje
De vierkantjes zouden even lang als breed moeten zijn, maar het is altijd goed om dat even te controleren. Als de lengte iets afwijkt van de breedte, dan kan je het gemiddelde van deze twee maten nemen.
Hierna dien je te bepalen hoe groot je project moet gaan worden. Met deze maat kun je uitrekenen hoeveel vierkantjes je moet gaan haken in de breedte en in de lengte.
De berekening ziet er als volgt uit:
- Uiteindelijke formaat van het project / formaat van één vierkantje = aantal vierkantjes
Mocht je bijvoorbeeld een deken willen ontwerpen van 200 cm lang en 100 cm breed, dan ziet de berekening er als volgt uit:
- Lengte = 200 / lengte van één vierkantje in cm
- Breedte = 100 / breedte van één vierkantje in cm
Deze getallen geven het aantal vierkantjes aan dat je moet gaan haken in de lengte en in de breedte. Nu pak je je papier - of je digitale ontwerpprogramma - en teken je het aantal vierkantjes uit in de breedte en de lengte dat overeenkomt met je project. Dit wordt jouw schildersdoek waarop je los kunt gaan.
Welke - en hoeveel - kleuren wil je gebruiken?
Hier is het belangrijk om een beetje realistisch te blijven. Beperk het aantal kleuren dus. Als je namelijk voor kiest om een ontwerp te maken met 20 verschillende kleuren, dan wordt het een erg tijdrovend project, omdat je steeds van kleur moet wisselen.
Wanneer je je afbeelding hebt ontworpen:
Met de afbeelding die je nu hebt uitgetekend kan je beginnen met haken! Mocht je nog wat inspiratie missen voor een bepaalde afbeelding, dan kan je bijvoorbeeld inspiratie opdoen door op het internet te kijken. Zoek naar afbeeldingen van het motief dat je in gedachten hebt, en typ daarachter het woord ‘pixel’ of ‘cross stitch’. Wil je bijvoorbeeld een bloemenmotief gaan haken, typ dan bijvoorbeeld ‘bloemen pixel’ of ‘bloemen cross stitch’ in op Google. Er komen dan afbeeldingen zoals deze tevoorschijn:
Hetzelfde geldt voor letters. Deze vind je door bijvoorbeeld te zoeken op ‘alfabet pixel’ of ‘alfabet cross stitch’.
Vind je niks in het Nederlands, zoek dan eens op Engelse termen, zoals ‘flowers pixel’.
Dan is het tijd om je ontwerp te gaan haken! Zorg ervoor dat je helemaal tevreden bent met de afbeelding voordat je gaat haken. Als je eenmaal bent begonnen met haken, dan is het lastig om het ontwerp nog te veranderen, zonder alles weer te moeten uithalen.
Bereken je garenverbruik
Zodra je tevreden bent met je ontwerp, kan je garen gaan aanschaffen. Hierbij is het belangrijk dat je genoeg garen koopt van elke kleur. Het zou vervelend zijn om tekort te komen tijdens het haken. Eén van de manieren om uit te rekenen hoeveel garen je nodig hebt om één vierkantje te haken, en te kijken hoe lang dat stukje garen is dat je per vierkantje nodig hebt. Daarmee kan je dan berekenen hoeveel garen je in totaal nodig gaat hebben.
Hiervoor kan je ook het proeflapje gebruiken dat je eerder hebt gemaakt. Haal het proeflapje uit en meet de lengte van het garen dat je hebt gebruikt voor je lapje. Deze lengte deel je vervolgens door 25 (het aantal vierkantjes dat je gehaakt hebt voor je proeflapje), om zo het gemiddelde uit te rekenen per vierkantje.
Dus:
- Aantal cm garen gebruikt in totaal / aantal vierkantjes in totaal = aantal cm garen gebruikt per vierkantje.
Het is belangrijk dat je echt al die 25 vierkantjes haakt voor je proeflapje. Een kleiner proeflapje is niet voldoende. Met een groter proeflapje zorg je er namelijk voor dat als je stekenverhouding wat wisselt, je dat opvangt. Ook krijg je zo beter zicht op het extra garenverbruik van de halve vasten aan de rand. Indien je maar een paar vierkantjes haakt, dan zijn die misschien wat strakker dan normaal, en gebruik je dus minder garen dan gewoonlijk. In dat geval klopt je berekening dus niet meer, en kan het gebeuren dat je te weinig garen aanschaft.
Let op: Vergeet ook niet dat het wisselen van kleuren wat extra garen kan vragen. Het is lastig om dit precies te berekenen, maar bedenk je dat een kleurenwissel een staartje kan achterlaten dat je later in je werk weg gaat weven. Het is ook afhankelijk van de keuze of je je garen afknipt, of dat je liever je garen meevoert.
Voor een kussen of een trui kan 20 gram extra garen van elke kleur genoeg zijn, maar als je bijvoorbeeld een groot kleed maakt, dan kan je zelfs tot wel 100 gram extra garen van elke kleur nodig hebben. Liever te veel dan te weinig!
TIP: Mocht je garen overhouden, dan kan je hier inspiratie vinden voor een leuk restjesproject 👉 Restjestrui en andere leuke restjesprojecten
Nu je weet hoeveel garen je ongeveer moet gebruiken voor één vierkantje, reken je uit hoeveel vierkantjes je gaat haken in elke kleur. Tel hiervoor het aantal vierkantjes per kleur.
Wanneer je hebt geteld hoeveel vierkantjes je per kleur moet haken, vermeerder je het getal van elke kleur met de hoeveelheid garen die je nodig hebt voor het haken van één vierkantje, wat je eerder hebt berekend.
De berekening per kleur ziet er dan zo uit:
- Aantal vierkantjes in kleur x * cm garen nodig voor één vierkantje = totaal cm garen nodig in kleur x.
Wanneer je dus 200 vierkantjes in een rood garen gaat haken, en je hebt uitgerekend dat je per vierkantje 30 cm garen verbruikt, dan ziet je berekening er zo uit:
- 200 vierkantjes * 30 cm garen per vierkantje = 6000 cm (of 60 meter) rood garen.
Ben je er zeker van dat je het aantal vierkantjes goed hebt nageteld? Tel dan eerst het totaal aantal vierkantjes op dat je nodig hebt voor je hele project.
Ga je bijvoorbeeld een kussen maken dat 50 vierkantjes breed en 50 vierkantjes lang gaat worden, dan wordt het totaal aantal:
- 50 * 50 = 2500 vierkantjes in totaal.
Als je de vierkantjes hebt opgeteld, kan je gauw zien of dat getal overeenkomt met het totaal aantal te haken vierkantjes voor je project. Zijn de getallen verschillend, dan heb je niet goed geteld.
Zodra je hebt uitgerekend hoeveel garen je nodig hebt van elke kleur, dan hoef je alleen nog maar het garen aan te schaffen in de juiste hoeveelheid! 🧶
Nu kan je gaan haken!
Het is tijd om je project tot leven te wekken!✨ Hier is nog een paar tips, om het proces te vereenvoudigen:
Je ontwerp wordt jouw "patroon". Om het overzicht te bewaren en goed te kunnen zien waar je bent gebleven, is het een goed idee om een kruisje door het vierkantje te zetten dat je hebt gehaakt. Eventueel kan je een kopietje maken van het originele ontwerp, om het zo overzichtelijk mogelijk te houden.
Houd je bollen garen in bedwang! Wanneer je met meerdere kleuren haakt, heb je vaak meerdere bollen aan je werkje hangen. Een manier om je bollen wol in bedwang te houden, zonder dat ze in de knoop raken, is door wat kleinere bolletjes te maken van de grotere bol, en deze kleinere bolletjes waarmee je werkt vast te zetten aan je werkje met wasknijpers. Eventueel kun je de bollen ook laten liggen, maar in dat geval is het belangrijk dat je na elke rij de bollen weer netjes legt om te voorkomen dat ze later alsnog in de knoop raken. 😬 Een garenhouder kan hierbij heel handig zijn, omdat het de bollen op hun plek houdt, zonder dat ze alle kanten op rollen en in elkaar vast gaan zitten.
Kies of je de kleuren wilt meevoeren of dat je het garen wilt afknippen bij het wisselen van kleur. Zelf gebruik ik vaak een combinatie van deze twee technieken, wanneer ik C2C-projecten haak. Het is het beste om het garen mee te voeren, als je deze kleur gauw weer gaat gebruiken. Wanneer ik een stuk in een bepaalde kleur heb gehaakt, en ik die kleur niet meer nodig ga hebben, dan knip ik het garen af en weef ik de eindjes weg.
Hetzelfde geldt, wanneer een kleur die meegevoerd moet worden heel erg afwijkt van het garen waarmee je haakt. Een voorbeeld kan zijn wanneer je de blauwe draad onder een gele draad wil verbergen. Dit kan lastig zijn omdat het blauwe garen duidelijk zichtbaar is vanwege het grote kleurverschil. Je knipt de draad dan beter af.
Op de foto hieronder is te zien hoe je de kleur kan meevoeren. Je legt de draad langs de steken van de vorige rij. Wanneer je dan aan de nieuwe rij werkt, wordt de draad binnenin de nieuwe steek gevangen, en zo meegevoerd. In het voorbeeld is de draad rood, en daarom erg duidelijk.
Ga niet aan de slag met je eigen ontwerp voordat je de basis van de C2C-techniek goed beheerst. Oefen bijvoorbeeld eerst met een patroon zoals deze, waarmee je de kleurwisseling kunt oefenen 👉 Kawaii Regenboogkussen.
Begin klein: een heel kleed kan soms wel maanden duren, terwijl een kussenhoes, een placemat of andere kleinere projecten makkelijker te overzien zijn, wanneer je wilt beginnen aan een eerste C2C-avontuur. 😊
Controleer je werk al hakende. Ik weet het, het is makkelijk om je te laten meevoeren en rij na rij te haken zonder te controleren of het klopt wat je doet. Maar het kost ontzettend veel tijd om al je rijen uit te halen als je een foutje hebt gemaakt en deze wil oplossen. Doorgaans stop ik even na elke rij om het werk te controleren, voordat ik begin aan de volgende rij.
Weef je eindjes continu weg. Het is bijna onmogelijk om te voorkomen dat je eindjes moet wegweven. En als je met meerdere kleuren haakt, dan eindig je met veel losse eindjes. Wanneer je wacht met het wegwerken totdat je werkje helemaal af is, dan kan het een hels karwei worden om al die eindjes pas op het laatst te gaan wegwerken.
En tenslotte:
Wees geduldig! Als ik foutjes begin te maken, dan is dat meestal omdat ik niet geduldig genoeg ben. En geduld, dat heb je wel nodig voor de C2C-techniek. Heb jij veel geduld, dan gaat het vast lukken - als het fout gaat, kan je het altijd weer uithalen!
Heb jij goede ideeën voor een ontwerp? Vertel het ons in het commentaarveld hieronder.👇
Schrijf een reactie