We beginnen met het eerste deel van het patroon. Ik neem je bij de hand en help je met video's en een duidelijke uitleg. Je krijgt ook tips en trucks voor je toekomst als haker - ongeacht of je pas begint of al een tijdje haakt.


Wat is het leuk dat je zin hebt om de wereld van het haken te leren kennen met de gezellige haakschool van Hobbii! Ik kijk ernaar uit je te helpen met het patroon voor ons klassieke broodmandje dat wordt gemaakt met het bandgaren Ribbon.

Voor we het broodmandje beginnen te haken, wil ik je wat tips geven die je vast en zeker kunt gebruiken in je toekomstige haakcarrière.


Proeflapje

Wanneer je aan een nieuw project begint, is het een goed idee om eerst een proeflapje te haken.

Een proeflapje haak je om ervoor te zorgen dat je stekenverhouding klopt. Zo ben je er zeker van dat je project wordt zoals verwacht en vooral dat je voldoende garen hebt.

Je moet vooral om een proeflapje te haken als je kleding haakt of iets anders waarbij de maat moet passen. Maar je hoeft geen proeflapje te haken voor alle projecten. Voor dit mandje is dat bijvoorbeeld niet nodig. Je moet er echter voor zorgen dat het materiaal vast genoeg zit, zodat je geen slap mandje krijgt.

Als je vindt dat de 5 mm haaknaald te klein is om het mandje te haken, kun je een grotere naald gebruiken, zodat het materiaal wat losser zit. Zorg er echter voor dat het niet te los gaat zitten. Het mandje ziet er namelijk het beste uit en is het functioneelst als je het zo vast mogelijk haakt.


Vergeet niet te stretchen

Ribbon is een bandgaren en daarmee haken is soms heel zwaar. Als je af en toe pauze houdt, lukt het wel – je moet tenslotte af en toe wat drinken of je huisdier eens strelen. Je kunt bovendien verschillende rekoefeningen doen als je daar behoefte aan hebt.


Deze vier oefeningen zijn uiterst geschikt voor hakers:

  1. Strek je ene arm naar voren en buig je pols omhoog. Plaats je andere hand op je vingers en druk zachtjes naar achteren.
  2. Strek je ene arm naar voren en buig je pols omlaag. Plaats je andere hand op je vingers en druk zachtjes naar achteren.
  3. Maak een vuist met je hand en draai je pols eerst in de ene richting en daarna in de andere.
  4. Verzamel je handen op je rug, leun naar voren en beweeg je armen omhoog.




De haaknaald vasthouden

Er zijn twee verschillende manieren om je haaknaald vast te houden, namelijk de zogenaamde mesgreep en de potloodgreep. Meestal zijn beide grepen even goed en gaat het vooral om het comfort van de persoon in kwestie.


Hier zie je hoe ik de haaknaald vasthoud met de mesgreep (links) en de potloodgreep (rechts).


TIP! Met Ribbon werken, is speciaal. Het is daarom een goed idee om je hele arm te gebruiken in plaats van alleen je hand en pols. Daarom is het een goed idee om de mesgreep te gebruiken in plaats van de potloodgreep. Zo word je minder snel moe en heb je minder vaak pauze nodig, waardoor je meer kunt haken!


Laat ons beginnen met het patroon

We gaan aan de slag met je mandje! Ik neem je bij de hand en begeleid je stap voor stap door het patroon, zodat je uiteindelijk een mooi mandje hebt waar je heel blij mee zult zijn. We gaan eerst kijken hoe je de bodem haakt.

Kom op!


In dit deel heb je de volgende technieken nodig

  • Magische ring (afgekort als mr)
  • Vaste (afgekort als v)
  • Achterste lus (afgekort als al)


De bodem

Ik neem het patroon voor het kleine mandje door, maar de procedure is precies dezelfde voor het grote mandje. Je moet gewoon meer toeren haken dan bij het kleine mandje.

We haken eerst een magische ring en haken toer 1 in de magische ring. De uitleg voor toer 1 komt wat later.

In onderstaande video kun je leren hoe je een magische ring haakt:


Videotip! Klik op “Instellingen” (het kleine tandwiel onder de video ⚙) voor het wisselen van de taal van de ondertiteling. Je kunt ook de snelheid aanpassen, als je de techniek in een langzamer tempo wilt zien.

Lees hier meer over de magische ring.

NB! In de video worden er 6 vasten gehaakt in de magische ring. Je moet het aantal steken haken dat in toer 1 wordt vermeld.

TIP: Het kan best moeilijk zijn om een magische ring te haken als je nog niet lang haakt, maar zoals met alles het geval is, is het een kwestie van oefenen. Dus blijf vooral oefenen! Je zult later in je haakcarrière blij zijn dat je dit hebt geleerd ;-)!

Is het toch te moeilijk, kun je 4 lossen haken waarvan je een ring maakt met behulp van een halve vaste (druk op halve vaste om te zien hoe je zo'n steek haakt). Daarna haak je toer 1 in de ring van lossen in plaats van in de magische ring.


Toer 1 (wordt in de magische ring gehaakt)

  • Haak 8 vasten

Een vaste haken:


Hier lees je meer over de vaste.

TIP: Plaats een stekenmarkeerder in je eerste steek (de eerste vaste die je in de magische ring haakt), zodat je makkelijker kunt zien waar je bent aangekomen op je toer.

Ziezo! Je hebt nu je eerste toer van je mandje gehaakt. Vanaf nu moet je in de steken van de laatste toer haken in plaats van in de magische ring.


Toer 2

  • Haak 2 vasten in elke steek. Dit heet meerderen. Bekijk eventueel onderstaande video.
  • Je hebt nu 16 steken op je toer. Leer hoe je steken telt in de tweede video hieronder.

Meerderen met vasten:


Steken tellen:

Toer 3

  • Haak 1 vaste in de volgende steek.
  • Haak 2 vasten in de volgende steek.

Herhaal bovenstaande twee rijen tot aan het einde van de toer. Je hebt nu 24 steken op je toer.


Toer 4

  • Haak 1 vaste in de volgende 2 steken.
  • Haak 2 vasten in de volgende steek.

Herhaal bovenstaande twee rijen tot aan het einde van de toer. Je hebt nu 32 steken op je toer.

Jeej! Je hebt nu de eerste vier toeren gehaakt en bent goed van start gegaan met je allereerste broodmandje. Het is zwaar – maar leuk – werk, dus misschien is het tijd voor een kleine pauze? Ga wat halen om te drinken, doe wat rekoefeningen en geef jezelf een schouderklopje.


Toer 5

  • Haak 1 vaste in de volgende 3 steken.
  • Haak 2 vasten in de volgende steek.

Herhaal bovenstaande twee rijen tot aan het einde van de toer. Je hebt nu 40 steken op je toer.


Toer 6

  • Haak 1 vaste in de volgende 4 steken.
  • Haak 2 vasten in de volgende steek.

Herhaal bovenstaande twee rijen tot aan het einde van de toer. Je hebt nu 48 steken op je toer.


Toer 7

  • Haak 1 vaste in de volgende 5 steken.
  • Haak 2 vasten in de volgende steek.

Herhaal bovenstaande twee rijen 7 keer.

  • Haak 1 vaste in de laatste 6 steken.

Je hebt nu 55 steken op je toer.

Het is belangrijk dat je een oneven aantal steken hebt, voor je verder gaat met het haken van je mandje. Dat is namelijk van belang voor het patroon dat je moet haken.

Je bent nu klaar met de bodem en ik vind dat je een goede pauze hebt verdiend. Je bent al halfweg.

Heb je de smaak te pakken en wil je onmiddellijk verdergaan met het grote mandje, dan haak je toer 7 zoals normaal. Daarna herhaal je de procedure van toer 2-4 tot aan toer 10. Bij toer 10 volg je de procedure van toer 7, echter met 8 steken tussen de meerderingen en tot slot met 1 vaste in de laatste 9 steken.


Naar Deel 2 gaan >>