Bij het haken heeft de stekenverhouding een enorme invloed op het eindresultaat. Bij een ongelijke stekenverhouding kunnen twee sokken helemaal verschillend worden van maat, kan de ene mouw langer worden dan de ander, of kan je scheve rijen krijgen, om maar een paar doemscenario’s te noemen.


Overdrijf ik niet een beetje? Misschien. Maar het kan erg frustrerend zijn als je uren hebt gehaakt aan een project, om er uiteindelijk niet tevreden mee te zijn.

We hebben daarom wat tips voor je verzameld waarmee je de optimale stekenverhouding kunt krijgen, waarmee je een gelijkmatig resultaat krijgt. Elke keer weer.

Wat is stekenverhouding eigenlijk?

De stekenverhouding bij het haken beschrijft in principe hoe los of strak je haakt, en daarmee hoeveel steken en rijen je haakt per vierkante centimeter. Als je het garen steeds erg aantrekt, komt er meer spanning op de draad, en haak je dus erg strak. De steken worden daardoor kleiner en de rijen korter. Als je daarentegen de draad heel losjes houdt, wordt de spanning minder. De steken worden dan groter en de rijen langer.

Als je doorgaans een evenredige stekenverhouding hebt - dat wil zeggen dat je dus altijd even los of strak haakt - dan hoeft dit geen probleem te zijn. Om een grotere stekenverhouding te verkrijgen kan je dan een grotere naald pakken. Omgekeerd kan je een kleinere naald pakken als je een kleinere stekenverhouding wilt verkrijgen. 

De uitdaging onstaat wanneer je stekenverhouding verschilt. Dat kan namelijk problemen veroorzaken.  

Hieronder zie je het resultaat van een oneven stekenverhouding.👇 Het vierkantje heeft een gelijk aantal steken in elke rij. Het grote verschil zit hem echter in de stekenverhouding. Onderin heb ik strak gehaakt, bovenin los. Hierbij is het ook belangrijk om te onthouden dat ongelijkheden exponentieel opvallender kunnen worden bij een groter project. Als je bijvoorbeeld mouwen haakt van 60 rijen lang, dan kan het een groot verschil maken als je stekenverhouding verschilt van de ene tot de andere rij.


Denk aan het haken van een proeflapje

Haak een proeflapje, haak een proeflapje, haak een proeflapje! Je kunt er niet omheen dat het in veel gevallen verstandig is om een ​​proeflapje te haken voordat je aan je project begint. Op deze manier kun je controleren of jouw stekenverhouding overeenkomt met het patroon - en of je een grotere of kleinere naalddikte nodig hebt om te voorkomen dat het project te groot of te klein wordt.

Doe jezelf het plezier door een proeflapje te haken - het loont de moeite.

Hoe zorg ik ervoor dat mijn stekenverhouding gelijkmatig wordt?

Er zijn een paar trucjes die je kunnen helpen om je stekenverhouding gelijkmatiger te maken. Ik begin met de saaiste...

Oefening baart kunst

Ja ja, ik weet het. Deze tip is veel te logisch, en ook niet bepaald spannend. Ook bedoel ik niet te zeggen dat je eerst 100 testtruien moet haken voordat je je uiteindelijke trui gaat haken. 

Vaak is het alleen nodig om de techniek te oefenen door een paar eenvoudige lapjes te haken, voordat je weer verder aan je project gaat haken. Zo zal je merken dat door deze lapjes te haken, het project straks door je vingers vliegt. Ook zal je zien dat je stekenverhouding dan gelijkmatiger wordt.

TIP: haak je met katoen, dan kan je bijvoorbeeld lapjes haken van 15-30 cm in de hoogte en de breedte. Deze lapjes zijn namelijk ideale vaatdoekjes. Zo is je werk ook niet voor niets geweest, en als ze niet helemaal recht zijn, dan maakt dat ook helemaal niks uit. Als je daarentegen met duurdere materialen werkt, dan kan je eventueel een lapje haken, en dat uithalen, zodat je het garen kunt gebruiken in je uiteindelijke project.

Leg je bol garen optimaal neer

Wanneer je de techniek goed in de vingers hebt, dan word je vanzelf ook beter in het aanpassen van de stekenverhouding. Maar zelfs als geoefend haker zie ik dat mijn stekenverhouding nog wel eens ongelijk wordt als ik mijn bol garen niet in bedwang houd. 

Zo kan de bol garen wat spannen wanneer deze nog ongebruikt is en je de draad vanuit het midden haalt. Later kan die spanning verdwijnen wanneer je wat garen hebt gebruikt, en kan de bol - en daarmee de spanning - juist erg slap worden. 

Let hierop, en trek eventueel een paar meter garen uit de bol, zodat deze los hangt wanneer je ermee haakt. 

Dan kan eventueel je garen in een garenkom leggen en het garen vanuit daar trekken, vanaf de buitenkant van de bol. Op die manier blijft de bol op zijn plaats liggen en krijg je een regelmatige spanning op het garen. 


Houd het garen juist vast

Ik geloof zelf dat er niet per se een ‘verkeerde’ manier is om het garen vast te houden. Het is maar net wat voor jou het beste werkt. Het belangrijkste is daarbij dat je:

  1. Je garen goed beet hebt. Wanneer je wat onzeker bent of je het garen vaak laat vallen, dan kan het zo zijn dat je te veel aan de draad gaat trekken, waarmee je door je werk heen van spanning wisselt..
  2. Het garen kan vasthouden zonder moe te worden in de hand. Als je hand snel moe wordt, moet je vaker pauzeren. Wanneer je verder haakt met een vermoeide hand kan je te los gaan haken.

Hieronder laat ik je een paar manieren zien om het garen vast te houden zoals ik dat doe, afhankelijk van de dikte van het garen, de haaktechniek, etc.

 

Methode 1 gebruik ik het vaakst. Dit werkt goed als je een wat losse stekenverhouding nodig hebt, omdat deze methode controle geeft zonder teveel te trekken. Je stuurt het garen door het garen tussen wijsvinger en middelvinger te klemmen. Hoe strakker je de vingers tegen elkaar houdt, des te meer spanning komt er op het garen te staan. 


Methode 2 werkt goed als je methode 1 prettig vindt, maar je een strakkere stekenverhouding nodig hebt, bijvoorbeeld voor amigurumi. Hiervoor wikkel je het garen rondom de pols, voordat je het rondom de handpalm wikkelt. Je gebruikt nog altijd je wijsvinger en middelvinger om de spanning te sturen, maar de extra toer rond de pols zet wat extra spanning op het garen. 


Methode 3 gebruik ik vooral bij dunnere garens, zoals Rainbow Cotton 8/4. Hierbij wikkel ik het garen rondom mijn pink, en daarna over de wijsvinger. Op die manier kan je het garen tussen de wijs- en middelvinger klemmen, en tussen de pink en de ringvinger, waardoor je je garen volledig kan beheersen.


Probeer een paar manieren om het garen vast te houden. YouTube kan je hier ook goed bij helpen. Daar kan je namelijk zoeken op verschillende haaktechnieken en zien hoe de verschillende mensen hun garen vasthouden. 

Vergeet niet: Als geen van de manieren om het garen vast te houden goed voelt, wees dan niet bang om het aan te passen. Nogmaals: houd het garen vast zoals het goed voelt voor jou!

Maak je eigen gereedschap om de stekenverhouding bij het haken te regelen


 

Bespaar 25%

Rainbow Cotton 8/8 - Hobbii

100% Katoen

1,90 €  2,55 €