Ben je er niet zeker van welke maat je moet kiezen? Pak je meetlint en dan weet je het de volgende keer zeker! 🎯
Ben je er klaar voor om je eigen, zelfgemaakte garderobe te maken? Of je nou aan het breien van een gezellige trui begint of aan een kleurig, gehaakt topje, het geheim van de perfecte pasvorm is meten. 🥰
In deze blog vertellen we je hoe je jezelf met een meetlint kan opmeten, wat deze afmetingen voor je maat betekenen en hoe je de goede maat voor je volgende haak- of breiproject kan kiezen.
Waarom goed opmeten belangrijk is
De meeste patronen weten niets over jouw lichaam... maar jij wel! Daarom is het belangrijk jezelf van tevoren op te meten. Het helpt je om:
✅ de goede maat te kiezen
✅ de goede pasvorm te krijgen (of dat nu strak, losjes of oversized is)
✅ verrassingen wanneer je het uiteindelijk aantrekt te voorkomen (🫣)
En, als je eenmaal jouw maten weet, kan je deze voor ieder nieuw project opnieuw gebruiken.
Hoe meet je jezelf op
Het enige wat je nodig hebt is een meetlint, de zachte, flexibele die je ook voor naaien gebruikt. Als je er nog geen een hebt, dan raden we je aan om er een te kopen. Het hoort bij de standaarduitrusting van iedereen die met wol werkt.
Hier volgen de gangbare afmetingen die je voor de meeste gebreide en gehaakte kleding nodig hebt.
1. Borstomvang
Dit is voor de meeste kledingpatronen, vooral voor truien en vesten, de belangrijkste afmeting.
📏 Hoe meet je die op: Ga rechtop staan en ontspan je schouders. Doe het meetlint om het breedste deel van je borst. Zorg dat het meetlint niet gedraaid zit en trek het niet te strak aan; het moet dus niet hangen maar ook niet in je huid zitten. Houd het meetlint parallel aan de grond.
Tip: haal rustig adem, dus houd je adem niet in en zet je borst ook niet uit. De maat die je opneemt moet je normale lichaamshouding weergeven.
Als een patroon maar één omvang vermeldt, dan is dat bijna altijd de borstomvang. Daarom is deze het allerbelangrijkste!
2. Taille-omvang
📏 Hoe meet je die op: Bij het smalste deel van je taille, meestal net boven je navel. Ga ontspannen staan en haal normaal adem. Doe het meetlint om je taille zonder dat het strak zit.
3. Heupomvang
📏 Hoe meet je die op: Ga met je voeten tegen elkaar aan staan en meet rond het breedste deel van je heupen, wat meestal rond je billen, laag op de heupen is. Houd het meetlint parallel aan de vloer en losjes om je heupen.
4. Omtrek bovenarm
Deze afmeting is belangrijk voor kleding met strakke mouwen.
📏 Hoe meet je die op: Doe het meetlint rond het breedste deel van je bovenarm, dit is meestal een paar centimeter onder je schouder. Houd je arm tijdens het meten ontspannen langs je lichaam.
5. Lengte lijfje
In sommige patronen staat de lengte van het lijfje beschreven, maar die kan je natuurlijk heel eenvoudig aanpassen.
📏 Hoe meet je die op: Begin bij de bovenkant van je schouder aan de onderkant van je nek en meet dan tot waar je de onderkant van je trui, topje of vest wilt.
💡 Extra meettips
✨ Het makkelijkste is om voor de spiegel te meten, of gewoon aan familie of een vriend te vragen om je te helpen.
✨ Trek altijd de kleding aan die je onder het kledingstuk dat je gaat maken wil dragen, zoals bijvoorbeeld een T-shirt of een tanktop.
✨ Als je tussen twee maten in zit, kijk dan hoeveel overwijdte het patroon heeft en dan kan je beslissen of je het iets wijder of wat losser wil.
Wat is overwijdte en onderwijdte?
Je hebt misschien weleens de termen overwijdte en onderwijdte in een patroon zien staan, en je afgevraagd wat dat nou precies is.
Overwijdte betekent dat het kledingstuk zo ontworpen is dat het groter is dan je lichaamsmaten. Hierdoor krijg je een comfortabele, relaxte fit. Als je borstomvang bijvoorbeeld 100 cm is en de borstomvang van het kledingstuk 110 cm, dan heeft het kledingstuk een overwijdte van 10 cm.
Sommige patronen, vooral truien en vesten, hebben overwijdte zodat ze lekker losjes zitten. Andere kledingstukken, zoals strakke topjes, kunnen onderwijdte hebben, zodat ze meerekken.
Check altijd even in de beschrijving hoeveel overwijdte of onderwijdte het patroon heeft, en beslis dan wat voor jou de goede pasvorm is.
Hoe kies je de goede maat
Wanneer je alles hebt opgemeten, dan check je de maattabel in het patroon. Daarna ga je als volgt te werk.
- Vergelijk jouw maten met de maten in de maattabel of beschrijving in het patroon.
- Kijk als eerste naar de borstomvang; de meeste patronen zijn hierop gebaseerd.
- Check de aanbevolen overwijdte.
➡️ Wil je een slobbertrui? Dan neem je een maat groter.
➡️ Wil je liever wat aansluitender? Dan neem je de maat die het dichtst bij jouw maten past. - Als je precies tussen twee maten in zit, bedenk dan welke het beste bij jou past. Wat ruimer? Neem één maat groter. Wat strakker? Neem dan één maat kleiner.
Denk eraan: maten zijn alleen maar getallen. ❤️ Wat het belangrijkste is, is de pasvorm!
En dan? Maak een proeflapje!
Als je je maat hebt gekozen, moet je nog één belangrijke stap doen voordat je aan je brei- of haakproject gaat beginnen: controleer je stekenverhouding!
Als je de goede afmetingen én de goede maat hebt, maar de stekenverhouding is niet hetzelfde als in het patroon, dan krijg je een ander eindresultaat. Daarom raden we je aan om altijd eerst een proeflapje te maken. Het bespaart je tijd, garen en mogelijk teleurstellingen. 💔
👉 Leer hier hoe je een proeflapje breit: Hoe meet je je stekenverhouding bij breien
👉 Leer hier hoe je een proeflapje haakt: Hoe meet je je stekenverhouding bij haken
💡 Snelle meet-checklist
Hier volgt een handige lijst die je voor je volgende projecten kan bewaren.
✅ Borstomvang
✅ Taille-omvang
✅ Heupomvang
✅ Omtrek bovenarm (optioneel)
✅ Lengte lijfje (optioneel)
✅ Overwijdte (check het patroon!)
Je bent er nu helemaal klaar voor om kleding te maken die echt goed passen!
Jezelf opmeten is misschien niet het meest spannende deel van een brei- of haakproject, maar het is wel een van de belangrijkste onderdelen. Als je alle maten hebt, dan kan je zonder te twijfelen jouw maat kiezen en beginnen met een kledingstuk dat perfect om jouw lichaam past.
Veel plezier bij het meten en het maken! 🧶✨
