In dit eerste deel leer je twee technieken die je later gaat gebruiken voor de Simple Lines sjaal. Ik begeleid je met video's en gedegen uitleg. Je gaat ook met de haaknaald aan de gang om je allereerste proeflapje te haken.


Yay, je hebt ervoor gekozen om te gaan haken met Hobbii's gezellige haakschool en onze heerlijke Simple Lines Sjaal! Ik kijk ernaar uit om je kennis te laten maken met deze prachtige hobby terwijl je zelf een fantastische sjaal gaat maken, steek voor steek.

In dit deel leer je de technieken

  • Losse (L)
  • Keerlosse
  • Stokje (Stk)

Vergeet het proeflapje niet

Als eerste ga je een proeflapje haken. Een proeflapje is een vierkant gemaakt met het garen en steektype dat je nodig hebt voor het project. Het wordt gehaakt met de maat haaknaald die het patroon voorschrijft. Met een proeflapje kun je meten of je het juiste aantal steken op 10 x 10 cm hebt. Dit doe je om ervoor te zorgen dat je voltooide project de juiste maat heeft, en niet in de laatste plaats om zeker te zijn dat je genoeg garen hebt.

Stekenverhouding in dit project:

  • 22 stokjes x 9 toeren = 10 x 10 cm

Een gehaakt proeflapje is idealiter iets groter dan de 10x10 cm, omdat de eerste steken en de laatste steken in een toer vaak losser of strakker worden dan de stekenverhouding zelf. Hetzelfde geldt voor de eerste en laatste toer van een proeflapje. Om dit op te vangen, maak ik altijd 10 steken meer dan het aantal dat ik nodig heb voor 10x10 cm. Voor dit patroon zou ik een proeflapje maken van 32 steken (en een aantal toeren meer).


Zo maak je een proeflapje

Het eerste dat je gaat doen, is een lossenketting haken van het aantal steken dat je proeflapje nodig heeft:

In de video hieronder kun je zien, hoe je een losse haakt:

Videotip! Klik op “Instellingen” (het kleine tandwiel onder de video ⚙) voor het wisselen van de taal van de ondertiteling. Je kunt ook de snelheid aanpassen, als je de techniek in een langzamer tempo wilt zien.

Hier kun je meer lezen over lossen.

TIP! Maak de lossenketting met een haaknaald die een halve maat groter is als degene die je voor het eigenlijke project gaat gebruiken. De ketting van lossen kan erg strak worden en daardoor moeilijk om in te haken. Wanneer je het proeflapje/project zelf gaat haken, schakel je over op de haaknaald die je voor het project gaat gebruiken.

Om ervoor te zorgen dat de zijkanten van je proeflapje net zo hoog worden als de rest van het proeflapje, moet het garen als het ware "omhoog gaan". Dit doe je door 3 lossen toe te voegen, wat overeenkomt met de hoogte van een stokje.

Nu ben je klaar om terug te haken op de lossenketting en daarmee het starten van het proeflapje. Haak een stokje in de vierde losse vanaf de haaknaald (de lus op de haaknaald telt niet mee), ga daarna verder met een stokje in elke losse.

In de video hieronder leer je hoe je een stokje haakt:

Lees hier meer over stokjes.

Keer nu het proeflapje met 3 lossen (deze steken worden keerlossen genoemd en worden aan het begin van elke nieuwe toer gemaakt) en haak een stokje in elke steek. Ga zo door tot je proeflapje af is. Aangezien de stekenverhouding 9 toeren moet zijn, haak je er nog vier toeren bij, zodat je in totaal 13 toeren haakt. Dan krijg je het beste startpunt om vanaf te meten.

Nu meet je 10 x 10 cm midden op het proeflapje.

Als jouw stekenverhouding niet overeenkomt met wat er in het patroon staat, moet je een haaknaaldmaat omhoog of omlaag gaan totdat je de juiste stekenverhouding bereikt.

Heb je te weinig steken en/of toeren op de 10 cm? Je proeflapje is te groot geworden, en dit komt doordat je losjes haakt. Gebruik daarom een ​​kleinere naald en probeer het opnieuw.

Heb je teveel steken en/of toeren op de 10 cm? Je haakt strak, en de steken nemen daardoor te weinig ruimte in beslag. Je zou een grotere naald moeten proberen.

Komt je stekenverhouding overeen? Perfect!

Veel meer over de stekenverhouding lees je in onze blogpost Proeflapje: Zo meet je je stekenverhouding.

Dan zijn we nu klaar om te beginnen met de mooie sjaal!

Naar Deel 2 gaan >>