Ben jij net zo dol op amigurumi als ik? Dan is deze blogpost zeker iets voor jou!

Ik heb in mijn tijd als haakster verschillende amigurumi gemaakt. Daardoor heb ik een aantal trucjes geleerd die elke keer weer voor een gelijkmatig en mooi resultaat zorgen. Die wil ik hier graag met je delen 🥰


Nr. 1: Gebruik het juiste garen

Ik ben er een groot voorstander van dat er geen juiste of foute manier is om te haken. Het hele punt van haken is om plezier te hebben en creatief te zijn, toch? Maar met amigurumi kan je garenkeuze een groot verschil maken voor je project. 

Kies garen van gelijke dikte

Sommige garens worden op zo'n manier gesponnen dat ze variëren in dikte, bijvoorbeeld onze Winter Glow. Dit type garen is perfect voor kleding en plaids, omdat de verschillende diktes ervoor zorgen dat ze er levendig uitzien en in het oog springen. Maar bij amigurumi is het belangrijk dat de steken zo gelijkmatig mogelijk zijn om een mooi resultaat te krijgen dat er niet scheef uitziet. 

Voor amigurumi gebruik ik meestal Rainbow Cotton 8/4 of gelijkaardig katoenen garen, aangezien het vormvaste katoen zorgt voor gelijkmatige steken en een mooie structuur in je afgewerkte project. 


Hier kun je zien dat Rainbow Cotton 8/4 gelijk is in dikte, terwijl dat bij Winter Glow varieert ☝


Als je amigurumi patronen doorbladert, zul je ook snel merken dat er in de meeste patronen puur katoenen garen gebruiken. 

In sommige patronen wordt er echter ander garen gebruikt, bijvoorbeeld Baby Snuggle of Teddy. En dat kan zeker en vast ook gebruikt worden! Hier is het echter belangrijk dat je extra aandacht besteedt aan je stekenverhouding, zodat het resultaat gelijkmatig is zonder slap te worden. Bekijk hieronder hoe. 

Nr. 2: Zorg voor een juiste stekenverhouding

Voor amigurumi raad ik een iets strakkere stekenverhouding aan dan wat er normaal wordt gebruikt wanneer je bijvoorbeeld kleding haakt. Als je dit niet doet, loop je het risico dat je project slap wordt en zijn vorm verliest en dat de vulling zichtbaar is door de steken. 

Een manier om dit te testen is om een proeflapje van vasten te maken met het geselecteerde garen en de haaknaald. Als je proeflapje ca. 10x10 cm is, kun je een bolletje vulling in het midden van het lapje leggen en het rond de vulling knijpen, alsof je het achteraan wilt sluiten. 

Op de afbeelding hier heb ik mijn proeflapje gemaakt en een beetje vulling in het midden gelegd 👇


Als je de vulling ook door het lapje kunt zien, zoals op de afbeelding hier, probeer dan een strakker resultaat te bekomen. Dit kun je doen door:

Een dunnere naald te gebruiken

Je kunt beginnen met de aanbevolen dikte als richtlijn te gebruiken. 

Voor onze Rainbow Cotton 8/4 raden we meestal een 2,5-3,5 mm haaknaald aan. Deze maten werken goed voor plaids, kleding en andere projecten waarbij de steken niet te strak mogen worden. 

Voor amigurumi kun je daarom starten met een 2,5 mm haaknaald en daar een proeflapje mee haken. Als het te los lijkt, kun je met een haaknaald proberen die een halve maat groter is en verdergaan totdat je de juiste stekenverhouding hebt bereikt. 

Je garen op de juiste manier vast te houden

Heb je last van ongelijkmatige steken of is de vulling door de steken heen te zien? Dan kun je proberen meer spanning op het garen te zetten tijdens het haken. Dat kun je doen door het garen strakker vast te houden. 


Als ik amigurumi maak, wikkel ik het garen meestal rondom mijn pols en leid het dan omhoog via mijn handpalm en over mijn wijsvinger. Ik gebruik dus mijn wijs- en middelvinger om de spanning te regelen, maar doordat het garen rondom mijn pols zit, zit er extra spanning op het garen. 


Lees hier meer over verschillende manieren om het garen vast te houden.


Maar een beetje vulling te gebruiken tijdens het haken

Wanneer je een amigurumi patroon volgt, wordt er meestal vermeld wanneer je er vulling moet instoppen. Hierbij is het belangrijk dat je niet probeert zoveel mogelijk vulling in het half afgewerkte stuk te proppen. Als je dit doet, wordt het plots moeilijk om strakke steken te haken.

Om dit te voorkomen, steek je er best net voldoende vulling in om je project wat structuur te geven. Dan kun je daarna voor elke rij die je maakt een beetje vulling toevoegen. Pas helemaal op het einde, wanneer je bij de voorlaatste rij bent of bijna gaat afkanten, voeg je zoveel mogelijk vulling toe.

Als je moeite hebt om je vinger door de opening te krijgen, kun je een eetstokje, een rietje, de schacht van je haaknaald of iets dergelijks gebruiken om de vulling erin te stoppen. Het vergt wat geduld, maar het geeft een veel mooier resultaat. Ik vind het zeker de moeite waard!

Nr. 3: Onzichtbaar minderen

Bij amigurumi wordt er heel vaak geminderd en gemeerderd om op die manier vormen te creëren. Het is dus belangrijk dat dit zo netjes mogelijk gebeurt, zodat het niet te veel afleidt. 

Vooral bij het minderen kan het resultaat ongelijkmatig worden, omdat het er anders uitziet dan een vaste er doorgaans uitziet. 

Om dit te voorkomen, kun je onzichtbaar minderen. Dat doe je zo: 


  1. Steek je naald door de voorste lus van de volgende steek.

  2. Steek je naald in de voorste lus van de volgende steek, zodat je nu twee steken op je naald hebt.

  3. Sla de draad om je naald en haal door de eerste twee lussen.

  4. Sla je draad om de naald en haal door de rest van de lussen.



Nr. 4: Mooi van kleur veranderen

In sommige amigurumi patronen wordt er van kleur veranderd. De meeste amigurumi patronen suggereren echter ook dat je in een spiraal moet haken. Dit betekent dat er geen specifieke overgang is tussen de rijen, maar dat je in plaats daarvan in een aaneengesloten rij haakt. Daardoor kan de overgang van de ene kleur naar de andere heel duidelijk te zien zijn. 

Om dit te voorkomen, kun je de volgende methode met vier eenvoudige stappen gebruiken: 


  1. Begin een vaste te maken met de eerste kleur door de draad door de steek van de vorige rij te halen.

  2. Maak de vaste af met de nieuwe kleur door die door de twee lussen op de haaknaald te halen.

  3. Maak een halve vaste met de nieuwe kleur in de volgende steek.

  4. Ga nu verder met vasten in de nieuwe kleur.


Nr. 5: Vermijd veiligheidsogen - maak zelf ogen voor je amigurumi

Veiligheidsogen worden vaak gebruikt voor amigurumi. Ze zijn gemakkelijk vast te "klikken" en ziezo, twee ronde bolletjes als ogen. 


Ben je dol op deze amigurumi? ☝ Vind de gratis patronen voor Frida Schaap, Neushoorn Hollie, Dodo Duncan, en Dylan de Dino op onze website.


Maar ik vind het zelf leuk om ogen te naaien of te haken voor mijn amigurumi. Zowel omdat ik ze creatieve gezichtsuitdrukkingen kan geven, maar ook omdat sommige amigurumi cadeautjes zijn voor kinderen. En niet alle ouders zijn blij met veiligheidsogen. 

Mijn advies hier is om een arsenaal aan patronen te verzamelen met instructies voor gehaakte en geborduurde ogen. Dan kun je die altijd tevoorschijn halen als je amigurumi gaat maken. 

Zelf heb ik altijd deze liggen van onze website (ze zijn volledig gratis). Ik gebruik ze als referentie wanneer ik ogen op mijn amigurumi moet zetten: 

Probeer bijvoorbeeld een eenvoudige combinatie van streepjes, zoals hier op Kawaii Citroen Rammelaar en Elliot Pop.


Je kunt ook een paar grote, expressieve ogen maken met gehaakte cirkels, zoals op Confetti Eenhoorn. Of maak gebruik van vilt, zoals op het sprankelende Be Weird Monster.


Je kunt ook kijken op YouTube. Er is een zee aan instructies voor geborduurde ogen die je kunt gebruiken voor je amigurumi projecten. Op YouTube kun je ook zoeken naar “embroidery eyes amigurumi”

NB: als je liever instructies in je eigen taal hebt, kun je zoeken naar “gebrodeerde ogen amigurumi”. Houd er echter rekening mee dat er mogelijk minder resultaten te vinden zijn. 


Ik hoop dat deze tips van nut kunnen zijn wanneer je aan de slag gaat met je volgende amigurumi project. 


Heb je amigurumi projecten in gedachten? Vertel het ons hieronder 👇


 

Rainbow Cotton 8/4 - Hobbii

100% Katoen

2,55 €

Baby Snuggle Solid - Hobbii

100% Polyester

8,00 €

Ribbon - Hobbii

100% Katoen

14,00 €