4 haaktips om niet te missen

Ik ben lid van een heleboel Facebook-groepen voor haakliefhebbers en ik ben ook dol op Pinterest en Instagram. Sociale media blijven mij inspireren voor nieuwe projecten en ik ben altijd met iets bezig. Ik heb inmiddels een heleboel haaktips verzameld, die mij keer op keer redden 😀

Ik heb 4 van mijn beste haaktips verzameld, en ik hoop dat jij ze ook kunt gebruiken 💗

1. Haak de eerste rij met een dikkere haaknaald

Heb jij weleens geprobeerd om met een deken of doekje te beginnen, alleen om vervolgens te ontdekken dat de eerste rij het project in een boog trekt? Dat is omdat je de eerste rij te strak hebt gehaakt. Heel vervelend, en het gebeurt als de steken van het patroon vrij groot zijn en meer ruimte in beslag nemen. Gelukkig is dit gemakkelijk te voorkomen door de eerste rij heel losjes te haken of door een dikkere haaknaald te gebruiken. Het maakt een wereld van verschil!

Ben jij op zoek naar een nieuwe of dikkere haaknaald? Ik raad je de fantastische Soft Touch Haaknaalden van Clover aan.

Op de foto hierboven ben ik met een theedoek begonnen, waar ik de eerste rij te strak heb gehaakt. Het is duidelijk te zien dat dit niet mooi zal worden 😱 Als ik zo verder zou haken, dan zou de onderkant van het werk gaan golven en bobbelen. De enige oplossing is dan ook opnieuw beginnen, met een grotere maat haaknaald.

2. In het rond haken; in een spiraal of de rondes afsluiten?

Twijfel je regelmatig wanneer je in spiraal moet haken of je de ronde moet afsluiten? Het is natuurlijk aan jou om te beslissen wat je het mooist vindt, maar ik gebruik vaak deze duimregel:

1. Amigurumi (knuffels, poppen, enzovoorts): in een spiraal.
2. Overige projecten: de rondes afsluiten (sluit de ronde met een halve vaste en begin een nieuwe ronde met 1 losse).

Zie het verschil van de twee methodes hieronder 👇

Deze regel klopt natuurlijk niet altijd en beide methodes hebben voor- en nadelen. Bij het haken in een spiraal is er geen duidelijke overgang van de rondes te zien; het is dan ook moeilijk om mooie kleurovergangen te maken en het werk heeft de neiging naar een kant te trekken. Door de rondes af te sluiten eindig je elke ronde met een halve vaste en begin je met een losse. Afgesloten rondes krijgen mooiere kleurovergangen en de steken komen netjes boven elkaar te liggen. In tegenstelling tot bij de spiraal, krijg je duidelijke overgangen tussen de rondes, door het haken van de halve vaste + losse.

De gekozen methode heeft grote invloed op het uiterlijk van het project. Als je bijvoorbeeld dit mandje in V-steken wilt haken, dan is het belangrijk dat de steken netjes boven elkaar komen, anders wordt het leuke brei-effect van het patroon verstoord –je kunt dit voorkomen door elke ronde af te sluiten.

3. Werk de draaduiteinden weg door er omheen te haken

Heb je een hekel aan draadjes wegwerken? Ik zeker wel! Het is echt vreselijk om met een mooi afgemaakt project te zitten en dan nog uren te moeten besteden aan het wegwerken van de draadeindes. Het gebeurt me dan gemakkelijk dat het werk weken blijft liggen, voor ik eindelijk die draadjes aanpak 😉 Je kunt de uren met naald en schaar voorkomen door de uiteinden met het werk mee te haken. Dit gaat als volgt: de gele draad wordt afgewerkt door er omheen te haken met de bruine draad.

Wissel van kleur en leg het draadeinde van de oude kleur en het draaduiteinde van de nieuwe kleur op de steken van de vorige rij/ronde. Haak nu verder over de steken van de vorige rij/ronde en over de draadeindes. Zo worden de draadeindes al hakend weggewerkt en hoef je ze later niet weg te werken 😄

4. Houd het aantal steken en rondes bij

Ben je net zoals ik niet zo dol op steken tellen, als je in het rond haakt, dan kun je een markeerdraad gebruiken! Neem een draad in een contrastkleur mee in het werk. Elke keer wanneer je een nieuwe ronde begint, leg je de markeerdraad naar voren als hij aan de achterkant is, of naar achteren als hij aan de voorkant is. Zo wordt de markeerdraad meegeweven. Je hoeft zo de rondes niet te tellen, je kunt gewoon tellen hoe vaak de witte draad naar voren en naar achteren is gelegd. – zie de foto hieronder:

Ik heb vanaf de eerste ronde na de hiel van de sok een witte draad in genomen en die neem ik in het werk mee naar boven. Je kunt ook een toerenteller gebruiken, zodat je niet steeds pen en papier hoeft mee te nemen. Ik ben heel blij met mijn toerenteller en ik kan niet meer zonder!